Hier in het zuiden van Laos vertakt de Mekong zich met een groot aantal zijarmen, die ca. 4000 eilandjes en watervallen vormen. Dit hele gebied wordt Khone genoemd. Vanuit het hotel rijden we erheen over een “bumpy road” , waarna we in kleine laagliggende bootjes naar een van de eilanden varen.
De vertrekplaats van de boten (haven kun je dat niet noemen) is erg vervuild met plastic, etensresten en verder zwerfafval. Wel op de hutjes zo af en toe een zonnecollector en sowieso overal tv.
Vanaf het eerste eiland rijden we over een nog bumpier road naar de spoorbrug. De Fransen hebben indertijd 7 km spoorlijn aangelegd om goederen te vervoeren langs de watervallen. Daarvan is een klein stukje spoor nog te zien, samen met de locomotief. Het geheel ligt er nu totaal vervallen bij.
Tegen de middag worden we verdeeld over kleinere bootjes en zien we dolfijnen zwemmen op een plek met veel stroming.
De lunch wordt gebruikt in een restaurant boven de Mekong, gerund door een moeder met dochter die werkelijk een ster verdienen!
Heel mooi kun je in dit gebeid zien hoe de Mekong zich een weg baant door het land; de enorme stroom maakt eilanden en spleten en ziet er woest uit over een grote afstand. Steile paadjes lopen naar beneden want het is hier prima vissen.
Aan het eind van de middag kunnen we zien hoe de eilandbewoners leven: huizen op palen met vee en kleine kinderen eromheen. De bananen en kokosnoten zijn voor het oprapen en in bakken met gaas eroverheen groeien kruiden en groenten. Oude vrouwen pruimen hier een mengsel van bladeren en noten en poeder van limoen. Ze krijgen daar rode tanden van, dus voor je aan de man bent is dat geen goed idee.
Dit is een dag zonder tempels waar we erg van genieten.... op tijd thuis voor het zwembad en helemaal klaar voor morgen: op naar Cambodja.
